Wagenstraat 124a, 2512 BA, Den Haag
Het voormalige hotel De Jong had tijdens de Tweede Haagse Vredesconferentie van 1907 de Koreaanse delegatie te gast. De nagedachtenis van de jurist, diplomaat en vredesactivist Yi Jun wordt nog altijd geëerd, zowel in Noord als Zuid-Korea.
“Mijn droom is om, voor het eerst in de geschiedenis, te komen tot wederzijds begrip in het Japanse eilandenrijk en het Koreaanse schiereiland, het trefpunt van drie nucleaire supermachten.”
– Akio Komatsu
De jurist Yi Jun (1859 – 1907) was het grootste deel van zijn loopbaan rechter in Seoul. Daarnaast was hij een rechtshervormer en onderwijsvernieuwer, stichter van tal van scholen en instellingen, zoals het Koreaanse Rode Kruis. Na de Russisch-Japanse oorlog (1904-1905), toen Korea bezet werd door Japan, protesteerde hij krachtig tegen de schending van het internationale recht.
In 1907 leidde Yi Jun met de diplomaten Yi Sang Sul en Yi Oui Jong een delegatie om namens de keizer van Korea de Tweede Vredesconferentie in Den Haag bij te wonen. Ze hoopten op internationale erkenning van Korea als zelfstandige staat en bescherming tegen annexatie door Japan. Maar bij de opening van de conferentie op 15 juni werd hen de toegang geweigerd. Hun protest kreeg wereldwijde publiciteit door het dagblad van William T. Stead, Courrier de la Conférence de la Paix. Een kopie is te zien op de muren van het museum. Stead noemde de uitsluiting van Korea ‘het toppunt van ontkenning’ van het pacifistisch ideaal: “Is er geen recht in de wereld, zelfs niet in Den Haag? Waarom geeft u niet onomwonden toe dat uw enige wet het kanon is en dat de machtigen nooit schuldig zijn?”
Op 14 juli werd Yi Jun dood aangetroffen in zijn hotelkamer. De precieze oorzaak is tot op heden onzeker. Dit drama illustreert de uitsluiting van gekoloniseerde en onderdrukte volkeren van de Haagse Vredesconferenties. In 1907 was Afrika geheel niet vertegenwoordigd; van Azië konden alleen de keizerrijken Turkije, Perzië, China,Japan en koninkrijk Siam (Thailand) deelnemen. Het keizerrijk Korea was uitgesloten onder druk van Japan, dat dezelfde rechten opeiste als Westerse koloniale grootmachten.
Het hotelgebouw werd gekocht door Kee Hang Lee en zijn vrouw Chang Joo Song als betrokken burgers en in 1995 geopend als museum. De herdenking van Yi Jun dient het doel van vredesopvoeding in diens geest van recht, vrijheid en het streven naar wereldvrede. Het museum ontvangt gasten uit de hele wereld, vooral Koreanen, Chinezen en Japanners. Een geregeld bezoeker is bijvoorbeeld de boven geciteerde Japanse ondernemer en vredesfilantroop Akio Komatsu. De nalatenschap van Yi Jun inspireert tot opbouw van een vredescultuur, niet alleen in Oost-Azië maar ook tussen volkeren in het Westen en de vroegere koloniën.