Binnenhof, 2513 AA, Den Haag
In en rond de parlementsgebouwen zien we mijlpalen van de Haagse traditie van vrede en recht. Deze zijn nauw verbonden met het werk van de 17e-eeuwse jurist Hugo de Groot en, niet te vergeten, de actie van zijn vrouw Maria Reigersberg.
“We legden een fundering, al wisten we nog niet waarvoor”
– Leymah Gbowee
De naam ‘s Gravenhage verwijst nog naar het 13e-eeuwse zomerkasteel van de Graven van Holland. Sinds het einde van de 16e eeuw diende het Binnenhof als zetel van de Staten-Generaal van de Republiek der Verenigde Nederlanden. De in 1640 gebouwde Ridderzaal is nog steeds het symbool van de Nederlandse democratie.
De Gevangenpoort aan het Buitenhof, de vroegere gevangenis van het Hof van Holland, is nu onderdeel van het Haags Historisch Museum. Hugo de Groot (1583-1645) begon zijn juridische loopbaan in Den Haag, eerst als 16-jarige advocaat en sinds 1607 als procureur aan het Hof. In deze jaren schreef hij ook zijn verhandeling Mare Liberum (De Vrije Zee, 1609) tegen piraterij als internationale misdaad. In 1618 werd De Groot zelf als vredesdissident opgesloten in de Gevangenpoort en overgebracht naar het zwaarbewaakte Slot Loevestein. Zijn vrouw Maria Reigersberg slaagde erin hem te laten ontsnappen in een boekenkist, zoals vereeuwigd is door de 17e-eeuwse dichter Joost van den Vondel:
“Één vrouw is duizend mannen te erg!
O eeuwige eer van Reigersberg!!”
De Groots hoofdwerk De Jure Belli ac Pacis (Over het recht van oorlog en vrede, 1625), geschreven in ballingschap in Parijs, werd een richtsnoer voor de 19e-eeuwse vredesbeweging. In deze geest opende de jurist Tobias Asser in 1893 de eerste Haagse Conferentie voor Internationaal Privaatrecht in de Trêveszaal. De vredesvraagstukken kwamen aan de orde in de Ridderzaal, op de conferentie van de Inter-Parlementaire Unie in 1894. De Oostenrijkse vredesactiviste Bertha von Suttner drong toen als eerste vrouw dit politieke mannenbolwerk binnen. Zij was ook de drijvende kracht achter de Haagse Vredesconferenties van 1899 in Paleis Huis ten Bosch en van 1907 in de Ridderzaal aan het Binnenhof.
Het belangrijkste resultaat, de oprichting van het Permanent Hof van Arbitrage, wordt nog altijd herdacht als een ‘Grotiaans moment’ in de geschiedenis. Zo leidde de Amerikaanse delegatie op 4 juli 1899 een pelgrimage naar de graftombe van De Groot in Delft. Het Vredespaleis werd in 1913 geopend op zijn sterfdag, 28 augustus. Op het eeuwfeest in 2013 sprak de Liberiaanse vredesactiviste Leymah Gbowee (Nobelprijs voor de Vrede 2011) in Delft en Den Haag in de geest van Reigersberg en Von Suttner: “Het is tijd voor reflectie, hoe ga je honderd jaar terug in de tijd, bedenk je opnieuw hoe vrede wordt gedaan.”